Narratieve therapie

 

Narratief werken helpt kinderen om gebeurtenissen beter te ordenen en verwerken. Het is een effectieve vorm van gesprekstherapie. Narratieve therapie gaat ervan uit dat de manier waarop kinderen hun verhaal vertellen, bepaalt hoe ze in het leven staan. Door deze verhalen te analyseren en waar nodig bij te stellen, ontstaat ruimte voor nieuwe inzichten. Dit maakt narratieve therapie een uniek en uiterst werkzaam therapeutisch instrument. 

Sommige kinderen en jongeren spreken niet graag over ingrijpende traumatische levenservaringen. Ze ervaren zichzelf als falend, waardeloos en geïsoleerd van hun familie, vrienden en omgeving. Als we goed naar hen luisteren ontdekken we waar interesses liggen. Als blijkt dat een kind of jongere gek is op bijvoorbeeld voetbal, dan wordt dit het uitgangspunt van het gesprek. We spreken dan over de doelman, aanvallers, verdedigers en supporters en brengen hun eigen levensteam in kaart. We kijken naar de obstakels die ze op hun eigen levenspad tegenkomen en onderzoeken die samen. Dit maakt het gesprek met het kind/jongere voller en rijker. 

Bij narratieve therapie worden de dominante verhaallijnen bij kinderen die aanzetten tot gedachten als “ik ben niks waard”, “het zal mij nooit lukken” of “ik kom er nooit meer overheen” herkend en in kaart gebracht. Vervolgens gaat de therapeut samen met het kind of de jongere op zoek naar rijkere en meer gewenste “zelfverhalen”. 

Narratieve therapie stelt het kind of de jongere centraal als expert van zijn/haar eigen leven.