Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een behandelvorm waarbij gedragstherapie en gesprekstherapie gecombineerd worden. In deze behandelvorm staan de cognities van het kind of de jongere centraal: gedachten, fantasieën, herinneringen en opvattingen over gebeurtenissen. Vaak worden bepaalde gebeurtenissen door een ‘gekleurde bril’ bekeken waardoor er negatieve gedachten kunnen ontstaan.
In de therapie krijgt het kind of de jongere inzicht in hoe denken, voelen en doen (gedachten, gevoelens en gedrag) invloed op elkaar hebben. Door het onderzoeken, bespreken en veranderen van dat gedrag en die gedachten krijgt het kind of de jongere een meer objectieve kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen. Door anders over bepaalde situaties te leren denken, is het ook mogelijk om anders met deze situaties om te gaan.
Soms ligt de nadruk op het oefenen van ander gedrag en soms ligt de nadruk op het oefenen van andere gedachten. Door anders te doen of anders te denken, gaat het kind of de jongere zich ook anders voelen. Exposure is daarom een belangrijk onderdeel van de cognitieve gedragstherapie. Exposure houdt in dat lastige situaties ook echt opgezocht worden. Hierdoor kan het kind of de jongere angsten overwinnen en kan vermijdingsgedrag doorbroken worden. Door nieuwe, positieve ervaringen op te doen worden er succesmomenten gecreëerd die ervoor zorgen dat het kind of de jongere beter in staat is om met de uitdagingen van het dagelijks leven om te gaan.